Lang aan het lijntje

22.1.066 Stadsontwikkeling

Trefwoorden: behandel-/reactietermijn, motivering

Een echtpaar vraagt de gemeente om een strook grond naast hun huis te mogen kopen of in gebruik te mogen nemen. Ze willen de strook bij hun tuin betrekken. Pas een jaar en 4 maanden later horen ze telefonisch dat het verzoek wordt afgewezen vanwege het aanzicht van de wijk. Het echtpaar voelt zich niet serieus genomen. Ten eerste omdat ze zo lang hebben moeten wachten. Verder kunnen ze de reden van afwijzing niet volgen en begrijpen ze niet waarom een van de buren wel een stuk grond naast hun perceel mocht kopen.
De ombudsman legt de klacht voor aan de gemeente.
Die laat weten dat de betreffende strook grond nog niet in eigendom is bij de gemeente. Wel was aan betrokkenen al meer dan een jaar daarvoor kenbaar gemaakt dat de grond ‘op korte termijn’ eigendom van de gemeente zou worden. Maar zolang dat nog niet het geval was, kon de gemeente de aanvraag niet officieel in behandeling nemen.
Omdat het de planning was om de grond op korte termijn over te dragen, vindt de ombudsman het niet onbehoorlijk dat de gemeente dit eerst wilde afwachten voordat zij het verzoek (officieel) in behandeling nam. Dat werd echter anders toen het echtpaar na een half jaar weer contact opnam met de gemeente met hetzelfde verzoek. Van ‘op korte termijn’ was geen sprake meer, zeker niet toen ze enkele maanden later nogmaals hun verzoek bij de gemeente indienden. De gemeente erkent dat zij het verzoek eerder in behandeling had moeten nemen. Ook al was de grond nog niet in eigendom. Zij had eerder een als-dan beoordeling kunnen doen, zoals uiteindelijk ook gebeurd is.
De ombudsman constateert op basis hiervan dat de gemeente niet voortvarend heeft gehandeld.
De gemeente geeft een nadere toelichting waarom zij het stuk grond niet verkoopt of in bruikleen geeft. Het heeft te maken met de brede en langgerekte (groen)structuren die zijn opgenomen in de stedenbouwkundige opzet. De ombudsman stelt vast dat de beslissing tot de beleidsvrijheid van de gemeente behoort en dat een ombudsman daar geen oordeel over mag geven. Wel moet de gemeente haar handelen goed onderbouwen. En dat doet de gemeente met de gegeven uitleg alsnog en dat is netjes. Ook legt de gemeente uit dat de grond die de buren wel hebben kunnen kopen niet tot die groenstructuur behoort. Daarmee zijn het verschillende gevallen. Deze uitleg kan de ombudsman ook volgen.
Alles overziend kan de ombudsman zich voorstellen dat deze uitkomst na zo lang wachten teleurstellend is voor betrokkenen.