Overrompeld

Trefwoorden: huisbezoek, klachtbehandeling

Een vrouw beklaagt zich erover dat een WIJ-medewerker onaangekondigd met 2 wijkagenten op haar stoep stond, terwijl er voor een onaangekondigd huisbezoek geen reden was. De vrouw begrijpt niet waarom WIJ geen afspraak heeft gemaakt. Door het onverwachte bezoek voelde de vrouw zich geïntimideerd en in haar privacy geschonden. De vrouw legt uit dat ze WIJ altijd bewust buiten de deur heeft gehouden omdat ze geen hulp wil vanuit de buurt. Daar komt bij dat ze op wekelijkse basis een hulprelatie heeft met Lentis. Ze is dus zeker geen zorgmijder. Verder vindt de vrouw het onnodig dat er 2 mensen naar binnen wilden. Eén was genoeg. Uit het gegeven dat WIJ haar klacht ongegrond heeft verklaard, maakt de vrouw op dat WIJ niet wil leren van het voorval en daarom wendt ze zich tot de ombudsman.
De ombudsman constateert in haar onderzoek dat WIJ uitlegt dat het onaangekondigde huisbezoek vanwege acuut gevaar was. WIJ legt verder uit dat zij vanwege de veiligheid wettelijk verplicht is om een (zorg)melding op te pakken. In dergelijke gevallen mag een huisbezoek onaangekondigd plaatsvinden.
Dat die mogelijkheid er is, houdt naar het oordeel van de ombudsman in dat WIJ daarover een afweging moet maken. In dit geval vraagt de ombudsman zich af hoe acuut de situatie was omdat de WIJ-medewerkers meerdere keren bij de vrouw zijn langsgegaan, maar haar niet thuis troffen. Uiteindelijk zijn er 11 dagen verstreken tussen de melding en het onaangekondigde huisbezoek. In dit geval was het netjes geweest als WIJ haar met een bericht in kennis had gesteld.
WIJ laat aan de ombudsman weten dat ze duidelijker in het werkproces gaan opnemen wanneer zij een bericht zullen achterlaten en dat dit ook eerder zal gebeuren. Dat is mooi, want daarmee wordt de kans op situaties zoals bij de vrouw in de toekomst kleiner.

De ombudsman stelt ook vast dat WIJ meermaals heeft aangegeven dat ze het vervelend vinden dat het onaangekondigde huisbezoek zo’n negatieve invloed heeft gehad op de vrouw. Ze gaan haar uitnodigen om haar kennis en ervaringen met WIJ te delen. Dat vindt de ombudsman een voorstel dat getuigt van inleving en betrokkenheid bij haar ervaringen. De vrouw kan dan ook haar suggesties bespreken voor hoe het anders zou kunnen.
De vrouw laat na afronding van het klachtonderzoek aan de ombudsman weten dat het haar niet duidelijk is waaruit het acute gevaar bestond. Ze heeft er na het bezoek ook niets meer over gehoord. De ombudsman hoeft er echter niet meer achteraan te gaan.