Waar de problemen groot zijn, maken kinderen zich klein.
Een hele generatie kinderen is opgegroeid met een onveilige situatie in en om hun huis. Met ouders die alle tijd en energie besteedden aan de afhandeling schade, niet zelden met psychische problemen tot gevolg. En dáár hebben de kinderen meer last van dan van de scheuren. Zo vertellen de hulpverleners ons. De voorbeelden die genoemd worden, we kennen ze, en toch blijft het onverminderd pijnlijk. We krijgen ook te horen dat er wel veel veranderd is. Er is meer erkenning en daardoor meer openheid. Er kan over gepraat worden. Kinderen en jongeren zien de toekomst best hoopvol tegemoet, het vertrouwen groeit. Mits de overheid nu wel haar afspraken nakomt! Dat wordt er wel bij gezegd. Heel leerzaam was ook de insteek om met ouders het gesprek te voeren, soms nog voorzichtig, over wat écht waarde heeft voor hen. Is het misschien mogelijk om een beetje los te laten, prioriteiten te leggen bij dat wat er écht toe doet? De kinderen, elkaar, andere toekomst? Mooi ook om te horen dat ook zonder praten er weer hoop kan worden gegeven. Gewoon door dingen te doen, gezellige ontmoetingen in het dorpshuis, bijvoorbeeld. Kortom, zinvolle gesprekken die ik weer mee kan nemen in mijn gesprekken met inwoners en de gemeente.