Wie is voor en wie is tegen?

Stadsontwikkeling 24.1.006 
Trefwoorden: betaald parkeren, participatie, communicatie

De manier waarop er wordt besloten om betaald parkeren in een woonwijk in te voeren, verloopt volgens een man verre van transparant. Hij stelt o.a. dat de gemeenteraad ten onrechte is verteld dat het merendeel van de wijk vóór invoering zou zijn. De man is dat zeker niet, en ook veel andere bewoners niet, zo is volgens de man gebleken uit een huis-aan-huis enquête. Dit proces schaadt het vertrouwen in de politiek, zo stelt de man. Hij neemt contact op met de ombudsman om hierover te klagen en een signaal af te geven.

De man heeft vooral moeite met het proces rond een bewonersavond. De status van de avond en de conclusies die zijn getrokken leiden tot verwarring. Er zou daar zijn verteld dat het om een informatieavond gaat en een eerste stap in een verkenning. De man leest vervolgens, na een periode van stilte, in krant dat betaald parkeren zal worden ingevoerd in zijn wijk. Er wordt daarbij verwezen naar de bewonersavond waar een grote meerderheid voor betaald parkeren zou zijn.

De ombudsman doet navraag bij de gemeente. Deze avond was niet georganiseerd door de gemeente maar door een aantal bewoners om te praten over het betaald parkeren. De gemeente heeft deze avond gefaciliteerd door bijvoorbeeld een locatie te regelen, te helpen met de uitnodigingen en de avond onder de aandacht te brengen via de nieuwsbrief van de gemeente. Medewerkers van de gemeente waren aanwezig om vragen te beantwoorden. Ook al was het voor de aanwezigen duidelijk dat de avond door bewoners is georganiseerd, de prominente betrokkenheid en aanwezigheid van de gemeente geeft het wel een gemeentelijk tintje. Het is daarom niet zo vreemd dat de man verwacht dat hij en de andere bewoners door de gemeente betrokken worden bij de vervolgstappen voordat er een besluit wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. De man vindt het ook onterecht dat zowel in het besluit zelf als in een aparte brief ‘namens de bewoners’ wordt gesteld dat een overgrote meerderheid van de bewoners voor invoering van betaald parkeren is. Zoals gezegd, dat is niet zeker. De ombudsman kan volgen dat deze suggestie wordt gewekt. Wel begrijpt de ombudsman van de gemeente dat zij niet alleen heeft besloten op basis van de bewonersavond maar heeft gekeken vanuit verschillende invalshoeken. Dat had beter kunnen worden gecommuniceerd naar de bewoners en ook was het netjes geweest als de gemeente duidelijk had gemaakt wat voor haar de status was van de avond en wat het vervolg gaat worden. De gemeente laat de man weten dat hij via de informatiekanalen van de gemeenteraad op de hoogte had kunnen zijn en dat hij zijn mening kenbaar had kunnen maken bij de gemeenteraad. Dat is zo, maar de ombudsman vindt een meer proactieve houding van de gemeente hier wel op zijn plaats.