Andere afslag

24.6.013
Trefwoorden: Wmo-voorziening

Een alleenstaande moeder heeft een vervoersvoorziening op grond van de Wmo. Ze heeft de afgelopen jaren gebruik mogen maken van een leaseauto om haar kinderen naar school, ziekenhuisafspraken en andere zorgafspraken te kunnen brengen. Als de voorziening wordt verlengd blijkt het aantal kilometers naar beneden te zijn geschroefd. WIJ zegt ook dat het verlengen van de leaseauto voor problemen zorgt. De vrouw is het hier niet mee eens. Het aantal kilometers dat nu is toegekend is niet genoeg om haar kinderen naar school en zorgafspraken te brengen. Zonder auto is dit echt niet mogelijk. De vrouw vindt dat WIJ niet naar haar verhaal luistert en dat haar situatie niet gezien wordt. Ook voelt zij zich niet netjes bejegend door een medewerker van WIJ.

WIJ geeft aan dat een auto een algemene voorziening is en dat deze oplossing van een (lease)auto best ongebruikelijk is. Vanwege de bijzondere situatie van de vrouw is dit een tijdelijke noodoplossing geweest. WIJ vindt dat de vrouw zelf verantwoordelijk is om een oplossing te bedenken voor het vervoer van haar kinderen. WIJ zegt ook dat de vrouw al een aantal keren is verteld dat dit een keer zal worden stopgezet. Het was immers een noodoplossing. De vrouw weet niet wat ze dan moet doen. Zelf een auto leasen is te duur, er is geen geld om een auto te kopen en de jongste kinderen kunnen niet mee met leerlingenvervoer. De voorziening wordt nog één keer verlengd. Maar dit is wel de laatste keer! Tegen deze beslissing kan de vrouw bezwaar maken. WIJ denkt ondertussen mee over andere passende oplossingen. De ombudsman ziet (nog) geen rol voor haarzelf weggelegd. De ombudsman vertelt de vrouw dat het goed kan zijn om een onafhankelijke cliëntondersteuner (OCO) mee te vragen naar de gesprekken met WIJ. Als de vrouw dat wil, kan zij bij WIJ ook nog een klacht indienen over de bejegening. De ombudsman sluit nu deze zaak.